Ga direct naar de inhoud

De 7 theoretische modellen van handicaps

Er zijn zeven theoretische modellen met betrekking tot handicaps. Elk model verklaart hoe mensen of de maatschappij naar handicaps kijken:

  1. the medical model
  2. the social model
  3. the biospychosocial model
  4. the economic model
  5. the functional solutions model
  6. the social identity model
  7. the charity model

Elk model wordt op deze pagina uitgelegd, waarbij er gekeken wordt naar de definitie van elk model en de voor- en nadelen ervan.

šŸ’” Opmerking: de zeven theoretische modellen maken deel uit van de leerstof voor het IAAP CPACC-certifcaat zoals gemeld in het officiĆ«le Body of Knowledge voor het certificaat.

Het medische model (the medical model)

In het medische model zien mensen een handicap als een persoonlijk probleem, dat (individuele) behandeling vereist.

Voordeel: het medische model kan de biologische oorzaken van handicaps aanpakken, door ze te genezen of andere manieren aan te bieden. Het medische component van handicaps (behandelen, controles en ermee leren omgaan) is voor veel mensen een harde realiteit.

Nadeel: het medisch model gaat met handicap om als een ā€˜probleem’ of kenmerk van een persoon en is gericht op het zoeken van een oplossing/behandeling en het medisch onder controle houden van een lichamelijk probleem.

Het maatschappelijke model (the social model)

In dit model ziet men gehandicapt zijn als een maatschappelijk probleem en een kwestie van volledige integratie van mensen in de samenleving. Gelijke toegang voor iemand met een beperking/handicap is een belangrijk mensenrecht.

Voordeel: de focus van het maatschappelijk model op de omstandigheden in de omgeving en in de samenleving maakt duidelijk dat de barriĆØres en uitdagingen die mensen met een handicap ervaren een echt probleem zijn en niet een gevolg van het ā€œkapotteā€ lichaam van de persoon. De maatschappij kan hun aanzienlijk verbeteren door ervoor te zorgen dat de wereld ontworpen wordt om mensen met een handicap zonder obstakels en uitdagingen aan het dagelijkse leven deel te nemen.

Nadeel: mensen in dit model kunnen de neiging hebben om de lichamelijke aspecten van handicaps te veel te relativeren. Het streven naar sociale rechtvaardigheid in de politieke arena kan activisten ook in conflict brengen met mensen met andere politieke belangen.

Het biospychosociale model (the biospychosocial model)

Een beter model van invaliditeit is een model dat samenvoegt van wat waar is in de medische en sociale modellen, zonder de fout te maken die beide maken door het hele, complexe begrip van invaliditeit te reduceren tot een van de aspecten ervan.

Voordeel:

Nadeel:

Het economische model (the economic model)

Dit model definieert handicap met het onvermogen van iemand om te werken.

Voordeel: het erkent het effect van lichamelijke beperkingen op iemands vermogen om te werken en er kan behoefte zijn aan economische ondersteuning

Nadeel: het creƫert een wettelijk gedefinieerde categorie van mensen die hulpbehoevend zijn, wat stigmatiserend kan zijn voor mensen met een handicap. Als een persoon een drempel die wettelijk is bepaald niet haalt, of als er onenigheid is over de handicap, kan het zijn dat de persoon met de handicap niet de ondersteuning krijgt die hij of zij nodig heeft.

Het functionele oplossingsmodel (the functional solutions model)

Dit model identificeert de beperkingen die te wijten zijn aan een handicap, met de bedoeling oplossingen te creƫren en deze promoten om deze beperkingen te overwinnen. Het doel is om de impact van deze beperkingen te elimineren of op zijn minst te verminderen.

Voordeel: het is resultaatgericht. Het probeert oplossingen te bieden voor de uitdagingen die iemand heeft en gaat daarbij voorbij aan de vaak ingewikkelde maatschappelijke aspecten van handicaps in de samenleving.

Nadeel: wanneer het om nieuwe technologieƫn gaat, kunnen ondernemers met winstoogmerk soms de plank misslaan en producten creƫren die innovatief, maar niet praktisch of nuttig zijn, of die meer voordeel opleveren voor de vernieuwers dan voor de gebruikers.

Het sociale identiteitsmodel (the social identity model)

In dit model ontlenen mensen een gevoel van persoonlijke identiteit door onderdeel te zijn van een groep gelijkgestemde individuen.

Voordeel: men accepteert de handicap van de persoon volledig en de persoon zelf gebruikt het als een punt van trots om geassocieerd te worden met anderen in een soortgelijke situatie.

Nadeel: het gevoel erbij te horen kan worden tegengewerkt door een gevoel van uitsluiting door mensen die niet aan de verwachtingen van de groep voldoen.

Het goede doelen-model (the charity model)

Dit model beschouwt mensen met een handicap als zielig en die hulp van buitenaf nodig hebben, waarbij degenen die liefdadigheid bieden worden gezien als helpers of redders in nood.

Voordeel: kan mensen inspireren om bij te dragen met hun tijd en/of middelen om hulp te bieden wanneer dat echt nodig is.

Nadeel: kan neerbuigend zijn tegenover mensen met een handicap, die het gevoel kunnen krijgen dat ze het voorwerp zijn van medelijden van andere mensen en dat ze afhankelijk zijn van het voortdurend accepteren (of zelfs onderhouden) van dit medelijden.